Woningverbetering in Wittevrouwen

'Aksies' in de Krijtstraat

Goed en prettig wonen was in Wittevrouwen lange tijd geen vanzelfsprekendheid. In de beginjaren van deze krant, de jaren zeventig, was het woningbeleid in heel Nederland vooral gericht op grote nieuwbouwprojecten. Er werd niet veel gedaan om oude wijken als volwaardige woonwijken in stand te houden. Ook in deze wijk leidde dit hier en daar tot verkrotting en onbewoonbaarverklaringen, zoals in de Krijtstraat.
Door Marja van der Wees

In 1976 is in deze krant te lezen: “Daarom moeten wij van de gemeente eisen dat ze deze wijk verbeteren voor de huidige bewoners die geen hoge woonkosten kunnen opbrengen. Dit gebied is geschikt voor speculatie (…) Er moet een goede subsidieregeling komen voor eigenaar-bewoners. Er is woningnood: Utrecht heeft 10.000 woningzoekenden.” Om de belangen van bewoners inzake het bouwen en wonen te behartigen krijgt Wittevrouwen in 1978 een zogenoemd ‘Bouwburo’. Daar houdt men een spreekuur waar mensen terecht kunnen voor subsidieaanvragen, adviezen bij verbouwingen, bouwkundig advies bij aankoop, et cetera. In die tijd is Wittevrouwen stadsvernieuwingsgebied, dat wil zeggen dat er van overheidswege aandacht is voor de kwaliteit van de huizen. Voor gebieden met veel huurhuizen zoals de hofjes en de ‘witte huisjes’ aan de Janshovenstraat adviseert de gemeente sloop en nieuwbouw.

Frederikaplein

In mei 1980 begint de gemeente met ‘actief aanschrijven’. Dit houdt in dat de gemeente direct aan de eigenaar opdracht geeft om geconstateerd achterstallig onderhoud uit te voeren. Doet de eigenaar dat niet, dan zoekt de gemeente zelf een aannemer. Eerst worden de huurhuizen op deze manier aangepakt. Ondertussen worden er ook nieuwe inrichtingsplannen voor de wijk gemaakt. Het mooiste voorbeeld hiervan is het Frederikaplein. De toenmalige wethouder Van Hassel wil graag een plein maken in de wijk, hiervoor zal het huizenblok Frederikastraat, Obrechtstraat, Bouwstraat, Goedestraat moeten worden afgebroken. De meeste bewoners van die huizen vonden het toen overigens een goed idee als er maar voor goede herhuisvesting werd gezorgd en als ze maar een redelijke prijs voor hun huizen zouden krijgen.

Bouwburo

De dakstofzuiger werd gebruikt om bij een verbouwing het giftige gruis, afkomstig van de gasfabriek, onder de dakpannen weg te halen.

Vanaf 1982 publiceert het Bouwburo in elke editie van de wijkkrant: over hoe je een verbouwplan maakt, of over subsidiebedragen voor vooroorlogse woningen (voor maken en inrichten van doucheruimte ontvangt men bijvoorbeeld bij aannemerswerk 2500 gulden en bij doe-het-zelven 1125 gulden) of waar je de dakstofzuiger kunt lenen.

Het actief aanschrijven door de gemeente wordt in de wijkkrant flink bekritiseerd. “Het gezamenlijk opknappen wordt hiermee ondermijnd. En men schijnt zich ook bezig te houden met de kleur. In de Palmstraat kreeg een eigenaresse een brief van de gemeente omdat haar huis blauw/wit geverfd was. En dat terwijl er genoeg huizen zijn die helemáál geen verf hebben!” Ook het wijkcomité roert zich stevig in deze krant: “Steeds meer mensen verwarren het Bouwburo met de Werkgroep Actief Aanschrijven, vragen geen advies meer en gaan zelf aanrommelen. Terwijl het Bouwburo samen met de bewoners hun wensen bekijkt en kijkt hoe deze te realiseren zijn.” Het wijkcomité heeft bovendien commentaar op gemeentelijke meerjarenplanning stadsvernieuwing: men vindt het vooral allemaal veel te lang duren.

Tekening: Jan van Teunenbroek, 1979


Projectmatige aanpak
De gemeente richt in 1984 de territoriale organisatie voor de stadsvernieuwing (de T.O. voor de S.V.) op. Dit leidt ertoe dat aan de Wittevrouwensingel het Wijkbureau Stadsvernieuwing (W.B.S.V.) wordt gevestigd. Het wijkbureau wil een voorportaal van het stadhuis zijn, dichter bij de bewoners staan. Of dit ook zo uitpakt wordt door het wijkcomité duidelijk in twijfel getrokken: “Wij vinden de afstand niet kleiner geworden. Het stadhuis laat te weinig zaken over aan de mensen van het W.B.S.V.” Bouwburo en bewoners vinden dat er ten gevolge van de subsidieregeling, de zogenaamde ‘klussenregeling’ grote verschillen ontstaan in de kwaliteit van de woningen. Daarom willen zij dat er meer huizen tegelijkertijd opgeknapt worden, namelijk met behulp van projectmatige woningverbetering. De gemeente is het hiermee eens en verandert de subsidieregeling in een die voorrang geeft aan projectmatige verbetering. Ook wordt er alleen nog gesubsidieerd voor de totale aanpak van een woning. De huizen worden per blok gerenoveerd. In 1987 heeft de bewonersgroep in samenwerking met het Bouwburo een meerjarenplanning gemaakt voor deze aanpak, omdat de gemeente denkt dat Wittevrouwen al klaar is, maar de bewoners vinden dat er nog heel wat moet gebeuren. Tot halverwege de jaren negentig zijn nog vele huizenblokken in Wittevrouwen projectmatig verbeterd. Daarna heeft de conjunctuur meegezeten en is het over het algemeen heel behoorlijk gesteld met het wonen in Wittevrouwen.