Eén voor één moesten ze het opgeven, de kleine supermarktjes in de wijk, zoals Suma, Spar, A-markt en Doesburg. Koot aan de Griftstraat lijkt de laatste der Mohikanen. Het plan is om dat nog lang en onveranderd te blijven.

door Annet van den Akker

De winkel van de familie Koot oogt fris en groen. Bij de entree ligt de nadruk op groenten, met wapperende lichtgroene kiwivlaggetjes aan het plafond. Het oog kan niet om de verrukkelijk dikke truffels op de toonbank heen. “Dat doen we omdat het érg lekker is”, licht Richard Koot toe. “Een leverancier kwam ooit met bakkersgoed langs, dat probeer je dan es, en dat loopt dus heel goed.” Verder de zaak in zwiert een donkergroen Heinekenvaantje boven het supermarktgedeelte. Een portret van opa Koot op zijn ventwagen hangt boven de achteringang. Hij overleed 20 jaar geleden. Een print van Richards zoon Jurre prijkt aan de wand. Die helpt nu al graag een kinderhandje mee.

Ventwagen

Vanaf 1931 verkocht opa aardappelen, groente en fruit met de ventwagen en in 1945 begon hij met de winkel. Er kwam melk bij, toen brood en sinds 35 jaar is het een supermarkt. Richard: “We proberen zoveel mogelijk de producten in de winkel te zetten waar vraag naar is. We hebben alles, van appelmoes tot zoete wijn. Achter de winkel zetten we de zaken die koud moeten staan zoals spinazie, of aparte dingen die klanten graag willen. De winkel is ook een ontmoetingspunt. Dat is gezellig en je hoort nog es wat.”

Buurtwinkel blijven

De klanten komen voor een pakje sigaretten of een kratje pils, maar velen doen er al hun boodschappen. Dat zijn vaak degenen die zich niet thuis voelen bij de grote supermarkten en de persoonlijke sfeer en bediening bij Koot waarderen. Brood en melk, kiwi’s, perssinaasappelen en aardbeien lopen het beste. Koot brengt de boodschappen thuis bij de ouderen in de wijk. Geliefd is werknemer Kees die al 35 jaar in de winkel staat. Richard: “Hij is helemaal verbonden aan de zaak en dat voelt eigen. Of er nog nieuws is? Juist niet, we willen gewoon op de zelfde manier zo verder gaan en een buurt winkel blijven.”