Het interieur van Wittevrouwen

 

De door het Architektenkollektief ontworpen cakewalktrap, met kast, in de Poortstraat. Foto: Ingrid Mol

 

Interieurarchitectuur en Wittevrouwen moeten een geheide combinatie zijn. Het merendeel van onze wijkbewoners is redelijk bemiddeld, heeft gevoel voor het schone en staat voor de taak een langgerekte en donkere pijpenla in te richten. De wijk telt bovendien vier architecten, èn een kollektief, mooi om mee te beginnen.

Door Annet van den Akker

Het Architektenkollektief dateert uit 1976 en woont sinds 1985 aan de F.C. Dondersstraat. Architect Hay Sprunken en interieurarchitecte Det Eeldert werken er samen bij al hun projecten. Het interieur van hun kantoor annex woonhuis is adembenemend, ook als je niets hebt met strak, modern en De Stijl. Er is gespeeld met schuine wanden, direct of reflecterend licht door lange smalle ramen tot aan de vloer en fijn-witgestuukte muren.

Douchen in de zon [facultatieve tussenkop, mag weg als het te druk wordt]

Rust en ruimte heersen in het kantoor op de begane grond, dat een glanzend zwarte vloer heeft van natuursteen, Belfast black uit Zuid Afrika. Stepping stones van hetzelfde materiaal leiden naar de vroegere keuken, waar achter glimmend zwartgelakte schuifpuien opslag en een subtiel keukenblokje schuil gaan. Af en toe tref je de kleur blauw, op een zuil, een lamp of wasbak. De meesterproef van het duo zit bovenin het huis. De daknok is vervangen door een glazen koepel en precies daaronder zit de douche, waar blauw opnieuw de boventoon voert. Je doucht badend in licht.

Cakewalktrap

“In deze wijk bestaat het merendeel van ons werk uit verbouwingen of aanbouw bij woningen”, verzucht Det Eeldert, “en daar zit ook wel wàt interieur bij, maar echte binnenhuisarchitectuur, dat zou best wat meer kunnen hier! We hebben bijvoorbeeld een bijzondere trap met kast gemaakt bij een huis in de Poortstraat, zoiets kan natuurlijk ook.”

Foto: Ingrid Mol

Trapeigenaar Ben de Lange licht toe: “We moesten altijd het licht aandoen op de tweede verdieping, want het was er stikdonker. We vroegen Det er naar te kijken en die zag direct mogelijkheden voor licht en een bijzondere trap. De ruimte was te smal voor een klassieke trap en daarom maakte ze een originele variatie op een kermis-cakewalktrap. De daknok ging eruit en werd vervangen door glas en de trap zelf bood ruimte voor boeken, koffers, dozen en spelletjes. Det regelde alles, van aannemer tot en met takelkraan, super.”

Extra expertise

En de overige architecten uit de wijk? Die doen alleen aan (buiten)architectuur, wonen maar werken niet in de wijk of houden zich bezig met verbouwingen, eindeloos veel verbouwingen. Volgens hen zijn Wittevrouwenbewoners daar erg goed in. Alleen voor de interieurs zouden ze best wat expertise mogen inzetten.