Het geluid van kinderen en vogels

Ilse Hulsink met vriendin Mare (l) en Mare’s zusje Mint (r).
Foto: Annet van den Akker

Op het voormalige terrein van autogarage Nefkens verrees tien jaar geleden de Pastor Stockmannhof. Deze bezielde naamgever was van 1968 tot 1985 verbonden aan de Onze Lieve Vrouwenkerk aan de Biltstraat, die er ook niet meer is. De tweedelige hof is een Wittevrouwse verrassing van rust en ruimte.

De toegang tot de hof via de Bouwstraat valt nauwelijks op tussen drie witgeverfde garages en nummer 73. Achter een groot gietijzeren hek zijn kinderen bezig met een slakkenhardloopwedstrijd. Van daaruit kom je bij een hofje, dat adembenemend oogt. De huizen zijn crèmewit, hoog, strak-klassiek en met in vieren gedeelde ramen. Op het pleintje staat een ferme boom. Een grote trap daarachter komt uit op het tweede hofje dat aan de Bekkerstraat grenst. Hier hebben de huizen bourgognerood baksteen en is het hek afgesloten, zodat kleine kinderen veilig kunnen rondlopen. “Hoi!”roept een voorbijfietsend meisje, alsof ze me al jaren kent. Op de boombank vertelt Ilse Hulsink (10): “Het is érg leuk om hier te wonen. Vooral in de winter, want dan glijden we van de trap af met de slee. Het is hier rustig en dus kun je goed spelen. We doen pleinverstoppertje en knotshockey; dat is met stokken en een stuiterbal. En we hebben roze-koekendag, dan eten we veel koeken en is er een barbecue.”

Leeggelopen zwembadje

Op het bankje voor het huis geniet Ilse’s moeder Annette Groen van de zon: “Het is hier zó stil, de enige geluiden die je hoort zijn van de kinderen en vogels. Het lijkt alsof hier altijd de zon schijnt. Er is een heel actieve vereniging van huiseigenaren; de hof is ons eigendom en wij doen het onderhoud, waaronder het groen. En we maakten de boombank zelf. (Vracht)auto’s mogen hier niet komen, want anders verzakt de straat. We verhuizen met karretjes en alleen voor de ambulance gaat het hek open. Hier is het leven en laten leven. Je kunt rustig twee weken je leeggelopen zwembadje tegen je gevel laten liggen. In de zomer zeggen we wel tegen elkaar ’het campingseizoen is weer geopend,’ zo vrij voelt het.