Gastcolumn: De plattegrond

Frederika had al enige tijd lopen dwalen door de straten, langs de singels en over de paden, pleintjes en hofjes van de wijk.  Ze was zelfs de hele kade afgelopen, maar uiteindelijk had ze dan toch de goede weg gevonden en stuitte vrijwel direct op de poort met het hoefijzer van kapelblauw geschilderd staal.

Hier moest het zijn. Dit was de poort die toegang gaf tot de prachtige bollenhof van meneer Bekker, de mooiste van alle Sint Janshoven.

Frederika was studente veeartsenij. Hoewel meneer Bekker zijn hele leven in een hoefsmederij had gewerkt , was hij ook in de veeartsenij aardig onderlegd  en had hij haar af en toe wat bijles kunnen geven. Frederika vond dat ze daardoor eigenlijk een beetje bij hem in het krijt stond en wilde iets terugdoen. Het ooft moest nog geoogst worden wist ze, en anders kon ze hem vast wel helpen bij het wieden van de naastgelegen zandhof waar voorheen nog rogge en andere soorten graan werd verbouwd, maar waar nu eigenlijk alleen nog maar klaver groeide. En wat hennep voor de liefhebbers.

Ze liep de poort door en stak het bruggetje over de smalle grift over.

Het was een belangrijke dag. FC Donders speelde thuis tegen de Bilt en ze vond meneer Bekker dan ook in de schaduw van een palm in zijn leunstoel gebiologeerd starend naar een oude tv. Op een blad stonden wat drankjes binnen handbereik. Een lang snoer haalde stroom uit de kapel waarvan de vloer van marmer nog dateerde van vóór de bouw van de oude kerk  die een steenworp verderop boven de huizen uitstak.

Ze ging naast hem in het gras zitten. Meneer Bekker knikte afwezig. Het was nog steeds 0-0. Zo dadelijk zou het eindsignaal klinken maar nu werd het opeens toch nog spannend.

Meneer Bekker veerde op. “Ja, Alexander, nú man, nú! Kom op! Nu!” Hij had lang niet meer zó hard gegild. “Hup, kom op! Nú!” En warempel, een gewaagd een-tweetje met Pastor over links ging van een leien dakje. Alexander kreeg de bal terug  en schoot hem onhoudbaar voor Stockmann het vijandige doel in.

Meneer Bekker kon zijn vreugde niet op.

“Ik vind er obrecht niets aan, aan dat voetballen.”,  zei Frederika verveeld.  “Niet mijn tak van sport.”

Oprecht, Frederika, het is oprecht”, corrigeerde meneer Bekker. En vanonder zijn kleine, nog steeds wat vlassige, snorretje zuchtte hij meewarig: “Typisch witte vrouwen taalgebruik.”

 

Door Rolf Weijburg, grafisch kunstenaar & kaartenmaker, woont en werkt in de FC Dondersstraat
www.weijburg.nl