Gelukkig in de Goedestraat

Eduard van der Zeeuw (85) zit graag op het bankje voor zijn fijne huis
Foto: Eric Westzaan

Eduard van der Zeeuw werd 85 jaar geleden geboren aan de Bollenhofsestraat als één van zeven. Zijn vader was opticien en uitvinder van kartonnen brillenkokers. Achter in de tuin stond een fabriekje waar zeven jongens werkten en waar ze tijdens de oorlog een veilig heenkomen vonden. Difterie plakte vader op het raam, toen de straat was afgezet tijdens een razzia, wat hielp tegen al te grondige inspectie. Het Rode Kruis pikte de magere Eduard uit de zesde klas van de school in de Oude Kerkstraat om op te knappen in Engeland of Denemarken. “Vader koos voor Denemarken, omdat in dat ‘boerenland’ betere voeding zou zijn”, legt Eduard uit. “Ik bleef er negen maanden en van school kwam niets terecht. Dankzij avondlessen bij de hoofdmeester kreeg ik alsnog mijn schooldiploma. Een mooie tijd was dat met waterpoloclub de Watervrienden. We zwommen in het zwembad in de Grift in het stuk Bollenhofse–Bekkerstraat. Er was toen een groot verschil tussen katholieken en protestanten in Wittevrouwen. Mijn vrienden waren merendeels katholiek, maar als protestant mocht je daar niet binnenkomen. Omgekeerd wel.”

Buurtfeesten

Eduard wordt medicijn-loopjongen voor Ziekenzorg aan de Catharijnesingel, daarna elektricien en loodgieter bij Defensie. Uiteindelijk werkt hij bijna dertig jaar bij Birkhoff installateurs. “Intussen was ik ook getrouwd met Gien uit de Bouwstraat, die ik al spotte toen ze nog maar 16 was en een petticoat droeg. ‘Je blijft met je klauwen van dat meissie af’ zei ik tegen mijn maten.“ Eduard koopt een huis om de hoek, aan de Goedestraat, dat hij met eigen handen van boven tot onder opknapt. Hij woont er nog steeds. Die begintijd van zijn huwelijk met het gezinnetje met dochter en zoon is een van de gelukkigste perioden in zijn leven. “Het was vroeger gezelliger met alle buurtfeesten. We waren een beetje hetzelfde, allemaal arbeiders die ongeveer evenveel verdienden,“ meldt Eduard. Na een huwelijk van bijna zestig jaar, moet hij Gien nu al drie jaren missen. Toch is ook dit een mooie periode in zijn leven: “Ik wacht tot ik weer een klusje in huis kan doen, kijk naar oorlogsdocumentaires op Netflix, luister muziek op Spotify en zit op het bankje voor mijn fijne huis. Daar wil ik uitgedragen worden! En dan graag in zo’n ouderwetse koets met paarden.”